Peter Carsten (30 april 1928 – 20 april 2012) was een Duits acteur en filmproducent. Carsten was geboren op 30 april 1929 in de Beiers-Edelsfeld Weissenbergu, Duitsland. Opgeleid tot een bankmedewerker, na de Tweede Wereldoorlog richtte hij zich op een studie om acteur te worden. In 1948 trad hij voor het eerst op in het Jeugdtheater van Hannover. In zijn lange carrière speelde hij in meer dan 100 films van 1953-1999, maar is vooral bekend door de rol van de nazi-commandant Kowalski uit de Duitse filmtrilogie 08/15 (1954). Na het succes van de filmtrilogie 08/15 speelde hij in vele rollen als soldaten en hoge officieren, waaronder de film “Nachts, wenn der Teufel Kam” (1957) en “Hunde wollt ihr leben ewig”. Op zijn best in The Mercenaries (1968). Peter Carsten verscheen in drie Euro-westerns “My Name is Pecos” (1967), “And God Said to Cain” (1969) en “Where the Bullets Fly” (1972). In 1970 verhuisde Carsten naar Joegoslavië, waar hij deel nam aan een tal van film en televisieproducties. Onder hen zijn een reeks van afgeschreven terugkeer en Partizanen en partizanenfilm Pakleni Island (1979) en partizanen squadron (1979) door Velimir Bato Živojinović. Carsten speelde samen met vele sterren van de Europese film in Duitse, Italiaanse, Joegoslavische en Britse coproducties. Hij verscheen in A Study in Terror (1965), Dark of the Sun (1968), Hannibal Brooks (1969), Madame Bovary (1969), And God Said to Cain (1970), 11 Uhr 20 (1970), Zeppelin (1971). Is sinds 1999 gevestigd in Slovenië. Hij was getrouwd in 1983 met Lilijana tot zijn dood op 20 april 2012. Hij overleed op 20 april 2012 in Lucija, Slovenië, op de leeftijd van 83 jaar.