Tammi Terrell – in heaven

Tammi Terrell2 Tammi Terrell, artiestennaam van Thomasina Winifred Montgomery (Philadelphia, 29 april 1945 –  16 maart 1970), was een Amerikaanse soulzangeres. Ze boekte haar grootste successen aan de zijde van Marvin Gaye tussen 1967 en 1969, maar stierf reeds jong aan de gevolgen van een hersentumor. Tammy Montgomery groeide op in Germantown (Philadelphia). Haar vader Thomas Montgomery (1907-1980) had een kapperszaak en was ook actief in de politiek, haar moeder Jennie Graham (1917-1983) was actrice geweest. ‘Tommie’, zoals de familie haar noemde, zong al vroeg solo in het kerkkoor van de Jane Methodist Church en won als kind een talentenjacht. Als tiener stond ze in het voorprogramma van Gary U.S. Bonds en toerde rond met Chubby Checker en Patti LaBelle. Ze was ook korte tijd lid van The Sherrys, een uitbundig dansende en zingende r & b-meidengroep, opgericht door Little Joe Cook. Ze begon na haar eindexamen aan de studie geneeskunde aan de University of Pennsylvania, maar gaf na twee jaar de voorkeur aan de zangcarrière waaraan ze al bezig was. Ze had reeds in 1961 een eerste platencontract bij het kleine label Scepter Records (later Wand Records) van Luther Dixon, waar ze haar debuut maakte met het door hem geschreven doo-wopliedje If You See Bill. Ook was ze enige tijd leadzangeres van de rhythm-and-bluesband Steve Gibson & The Red Caps en trad ze op met de bekende soulzangers Jerry Butler, Chuck Jackson en Gene Chandler. Ze werd opgemerkt door James Brown, op dat moment “the Godfather of Soul”. Op zijn eigen label Try Me Records mocht ze een single I Cried opnemen en ze trad een jaar lang op in zijn revue. Ze kreeg met Brown een stormachtige verhouding waarbij klappen vielen en die eindigde toen ze terugvluchtte naar haar ouders in Philadelphia.Ze nam in 1964 voor Checker/Chess Records voor het eerst een duet op, If I Would Marry You met Jimmy Radcliffe. In 1965 trok ze de aandacht van Motown-producer Harvey Fuqua. Hij zorgde ervoor dat de baas van het Tamla Motown-label, zijn zwager Berry Gordy Jr., haar contracteerde. Die gaf haar het pseudoniem Tammi Terrell, omdat een kortere naam commercieel meer kans maakte dan Montgomery. Als solozangeres had ze twee bescheiden hitjes in de Verenigde Staten met I Can’t Believe You Love Me (1965) en Come On And See Me (1966), beide geschreven en geproduceerd door Harvey Fuqua en Johnny Bristol. Uit die periode dateren de vrijwel enige live-opnamen die van haar bekend zijn. Daarbij gaf ze treffende imitaties van zangeressen die ze als haar voorbeelden beschouwde, zoals Ella Fitzgerald, Dinah Washington, Aretha Franklin en The Supremes (Baby Love). Toen de 16-jarige Stevie Wonder voor haar All I Do Is Think About You schreef, gaf Motown dat echter aan Brenda Holloway. Uiteindelijk werd geen van beide versies uitgebracht. Die van Terrell kwam pas in 2002 tevoorschijn, die van Holloway in 2005. Motown had namelijk andere plannen met Tammi dan een solocarrière. Haar grote succes kwam toen ze in 1967 duetten ging zingen met Motowns topzanger Marvin Gaye, ook een zwager van Berry Gordy. Gaye had eerder zangduo’s gevormd met Mary Wells (Once Upon A Time), Oma Heard (So Good To Be Loved By You) en Kim Weston (It Takes Two), maar alle drie hadden de platenfirma abrupt verlaten na ruzies over hun contract. Door Tammi Terrell aan hem te koppelen deed Motown, opnieuw op Fuqua’s initiatief, een gouden greep. Ze hadden aan het eind van de jaren zestig een reeks hits met gepolijste, door gospelmuziek beïnvloede rhythm-and-blues-songs over wederzijdse liefde en eeuwige trouw, die meestal door het jonge schrijversduo Nickolas Ashford & Valerie Simpson gecomponeerd en geproduceerd waren. Ze werden (anoniem) begeleid door The Funk Brothers, de vaste sessiemuzikanten van Motown, en de achtergrondzang werd meestal verzorgd door Ashford & Simpson zelf in combinatie met The Andantes en/of The Spinners. Hun eerste hitsingles met hoge posities in de Billboard Hot 100 en de R&B Charts van 1967 waren Ain’t No Mountain High Enough en Your Precious Love. Gaye en Terrell hadden al snel een hechte verstandhouding, die artistiek grote resultaten opleverde. Bij optredens wekten ze de indruk van een liefdespaar, maar hun vriendschap wordt beschreven als een soort broer-zus-relatie. Niet iedereen die hun optredens bijwoonde of sommige gepassioneerde songs beluisterde kon dat geloven, maar Marvin Gaye verzekerde later dat het om spel ging van “twee personages die van elkaar hielden als in een toneelstuk of een roman”. Tijdens de succesperiode met Gaye was Terrell verwikkeld in een turbulente liefdesrelatie met David Ruffin, de leadzanger van de Temptations. Ruffin leed aan groeiende grootheidswaan, weigerde nog langer met de andere Temptations op te trekken en verplaatste zich naar de optredens in zijn eigen protserige limousine, met Tammi aan zijn zijde. Hij vroeg haar ten huwelijk en ze stemde toe, totdat ze ontdekte dat hij al getrouwd was. Ter promotie van hun eerste gezamenlijke lp United ondernamen Marvin Gaye en Tammi Terrell vanaf de zomer van 1967 een enthousiast ontvangen tournee door de Verenigde Staten. Bij de opnamen waren hun stemmen vaak apart opgenomen en later samengevoegd, maar nu kwam Tammi Terrell3aan het licht hoezeer de zelfverzekerde performer Terrell de in aanleg verlegen Gaye kon aanvullen en inspireren. Later verklaarde hij dat hij pas toen echt merkte hoe groot haar muzikale en vocale talent was. De succesvolle optredens van het duo kregen echter reeds op 14 oktober 1967 een abrupt einde toen Tammi Terrell, die al jarenlang door zware migraineaanvallen werd geplaagd, instortte tijdens een optreden met Marvin Gaye in Hampden Sydney, Virginia. De tournee werd onderbroken en later door Gaye afgemaakt met andere zangpartners, Brenda Holloway, Barbara Randolph, Maxine Brown en de latere Marvelette Ann Bogan. Bij Tammi Terrell werd begin 1968 een astrocytoom (een kwaadaardige hersentumor) geconstateerd. Na het herstel van haar eerste operatie heeft ze door de symptomen van haar ziekte (verlammingsverschijnselen, beperkt gezichtsvermogen en geheugenverlies) nog maar één keer kunnen optreden, in Chicago. Ze ging wel weer aan het werk in de opnamestudio. Van het duo verschenen in 1968 nog meer grote hits, zoals If I Could Build My Whole World Around You, Ain’t Nothing Like The Real Thing en You’re All I Need To Get By, die behoorden tot de laatste opnamen die ze nog heeft kunnen maken. Haar gezondheidstoestand verslechterde zo snel, dat voor hun tweede album You’re All I Need noodgrepen nodig waren. De helft van het materiaal bestaat uit reeds eerder opgenomen solonummers van Tammi Terrell, waarvan met toegevoegde zang van Marvin Gaye duetten zijn gemaakt. In elk geval is op alle tracks Tammi’s eigen stem te horen. Dat is vermoedelijk niet het geval bij het derde en laatste duettenalbum Easy uit 1969. Volgens Marvin Gaye moest songwriter Valerie Simpson de meerderheid van Tammi’s partijen inzingen. Het gaat om tien nummers, waaronder bekende hits als Good Lovin’ Ain’t Easy, The Onion Song en California Soul. Simpson, zelf een getalenteerde zangeres, gaf een verdienstelijke Terrell-imitatie, maar haar stemgeluid was hoorbaar nasaler dan dat van Tammi zelf. Marvin Gaye had aanvankelijk gewetensbezwaren en zag het als een manier voor Berry Gordy om geld te verdienen aan Tammi’s ziekte, maar hij stemde in toen hem verzekerd werd dat Motown haar juist financieel ondersteunde door de credits aan haar naam te verbinden. Valerie Simpson heeft deze gang van zaken later categorisch ontkend. Zij had de duetten wel met Gaye ingezongen, maar toen Tammi weer beschikbaar was, waren de definitieve versies volgens haar overgedubd met de stem van Tammi zelf. Daarbij gidsten Valeries opnamen haar door de muziek en teksten, die ze door haar geheugenstoornis moeilijk kon onthouden. Tammi Terrell is in het voorjaar van 1969 inderdaad van Philadelphia naar Detroit gevlogen en, in rolstoel en sterk vermagerd, in de Motown-studio gesignaleerd. Ondanks Simpsons verhaal vermoeden velen toch dat zij te zwak was om een bijdrage aan deze tien nummers te kunnen leveren. De onzekerheid over de gang van zaken is nooit geheel weggenomen. In de twee resterende tracks van Easy is Tammi wel te horen. Op deze oude opnamen van haar solonummers I Can’t Believe You Love Me en More, More, More is de zang van Marvin Gaye ingedubd zoals dat ook bij een deel van het tweede album gedaan was. In januari 1969 verscheen nog het solo-album Irresistible, dat bestond uit opnamen die Terrell al vanaf 1965 voor Motown had gemaakt. Aan de promotie van deze plaat kon zij zelf niet meer deelnemen. Toch probeerde ze na de zesde hersenoperatie de draad weer op te pakken. Ze maakte weer plannen en trainde zich om controle over haar motoriek en geheugen te krijgen. Ze verloofde zich met de arts Ernest Garrett. Ze dook eind 1969 zelfs op bij een concert van Marvin Gaye in het Apollo Theater in New York. Hij brak zijn duet met Carla Thomas af en zong met Tammi hun succesnummer You’re All I Need To Get By. Een staande ovatie volgde. Het werd haar laatste verschijning in het openbaar. Rond de jaarwisseling 1969-1970 moest ze opnieuw in het ziekenhuis worden opgenomen voor een operatie, die alleen diende om de pijn te verlichten. In totaal onderging zij in twee jaar tijd acht operaties. Motown-eigenaar Gordy nam de medische kosten voor zijn rekening, zo verklaarde Tammi zelf in haar laatste interview. Na een coma van anderhalve maand overleed Tammi Terrell in maart 1970 op 24-jarige leeftijd in een ziekenhuis in Philadelphia. Bij de uitvaartdienst in de Jane Methodist Church, dezelfde waar zij in het kerkkoor gezongen had, wilde haar moeder niemand van Motown toelaten, behalve Marvin Gaye. Hij hield, voor 3000 rouwenden in en buiten de kerk, een tranenrijke toespraak tegen de achtergrond van You’re All I Need To Get By.



This post has been seen 1049 times.

Deel dit item met je vrienden

WhatsApp
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print