Sylvia Sidney (8 augustus 1910 – 1 juli 1999) was een Amerikaanse toneel, scherm en filmactrice wiens carrière meer dan 70 jaar omspande. Sidney werd geboren als Sophia Kosow in de Bronx, New York, de dochter van Rebecca (Saperstein), een Roemeense Jood, en Victor Kosow, een Russisch-Joodse immigrant die als kledingverkoper werkte. Haar ouders scheidden in 1915 en ze werd geadopteerd door haar stiefvader Sigmund Sidney, een tandarts. Haar moeder werd kleermaakster en doopte zichzelf om tot Beatrice Sidney. Sylvia, die nu de achternaam Sidney gebruikt, werd op 15-jarige leeftijd actrice als een manier om verlegenheid te overwinnen. Als student van de Toneelschool van het Theatergilde werd ze door theatercritici geprezen om haar prestaties. In 1926 maakte ze haar eerste filmoptreden als figurant in D.W. Griffiths The Sorrows of Satan. Tijdens de depressie verscheen Sidney in een reeks films, onder haar films uit deze periode waren: An American Tragedy (1931), City Streets (1931), Street Scene (1931), Alfred Hitchcock’s Sabotage (1936), Fury (1936), You Only Live Once (1937), Dead End (1937), The Trail of the Lonesome Pine (1936), The Wagons Roll at Night (1941). Haar carrière nam enigszins af tijdens de jaren 1940. In 1952 speelde ze de rol van Fantine in Les Misérables (1952). Ze verscheen drie keer op Playhouse 90. Op 16 mei 1957 verscheen in “The Helen Morgan Story”. Vier maanden later voegde Sidney zich weer bij haar voormalige tegenspeler Bergen op de première van de kortstondige The Polly Bergen Show. Ze werkte ook op televisie tijdens de jaren 1960 aan programma’s als Route 66, The Defenders en My Three Sons. In 1973 ontving Sidney een Academy Award-nominatie voor haar bijrol in Summer Wishes, Winter Dreams. Als oudere vrouw bleef Sidney ondersteunende schermrollen spelen en was ze herkenbaar aan haar hese stem, het resultaat van het roken van sigaretten. Ze was de formidabele Miss Coral in de filmversie van I Never Promised You a Rose Garden en in de televisieproductie van An Early Frost waarvoor ze een Golden Globe Award won. Ze speelde in Damien: Omen II en had belangrijke rollen in Beetlejuice, waarvoor ze een Saturn Award won, en Used People. Haar laatste rol was in Mars Attacks!. Op televisie verscheen ze in WKRP in Cincinnati, Thirtysomething, Fantasy Island in de late jaren 1990. Ze was ook te zien op Starsky &Hutch, The Love Boat, Magnum, P.I., Diagnosis Murder en Trapper John, M.D. In 1982 ontving Sidney de George Eastman Award van George Eastman House voor zijn voorname bijdrage aan de filmkunst. Sidney was drie keer getrouwd. Ze trouwde voor het eerst met uitgever Bennett Cerf op 1 oktober 1935, maar scheidden op 9 april 1936. Later trouwde ze in 1938 met acteur en acteerleraar Luther Adler, bij wie ze haar enige kind kreeg, een zoon Jacob (“Jody”; 1939-1987), die stierf aan de ziekte van Lou Gehrig. Adler en Sidney scheidden in 1946. Op 5 maart 1947 trouwde ze met radiomaker en omroeper Carlton Alsop; ze scheidden op 22 maart 1951. Sidney overleed op 1 juli 1999 aan slokdarmkanker op de leeftijd van 88 jaar in het Lenox Hill Hospital in Manhattan.