Richard Paul Kiley (31 maart 1922 – 5 maart 1999) was een Amerikaanse toneel, film en televisieacteur. Kiley werd geboren op 31 maart 1922 in Chicago, Illinois, en groeide rooms-katholiek op. Hij studeerde af aan de Mt. Carmel High School in 1939 en na een jaar aan de Loyola University Chicago vertrok hij om acteren te studeren aan de Barnum Dramatic School in Chicago. In de late jaren 1940 trad hij op in chicago-area zomer stock theaters. Na zijn dienst bij de Amerikaanse marine in de Tweede Wereldoorlog keerde hij terug naar Chicago als acteur en omroeper op de radio voordat hij naar New York City verhuisde. In New York studeerde hij zang bij Ray Smolover. Won twee Tony Awards als Beste Acteur (Musical): in 1959 voor “Redhead” en in 1966 voor zijn kenmerkende rol, “Man of La Mancha”. Hij werd ook genomineerd in dezelfde categorie in 1962 voor “No Strings” en, in 1987, als Beste Acteur (Play) voor een revival van Arthur Miller’s “All My Sons”. Eerst van slechts drie acteurs die als personage in een fictieve roman zijn genoemd, daarna verschenen ze als zichzelf in die rol in de film. Richard deed dat in Jurassic Park (1993), Bridget Jones’s Diary (2001), Bridget Jones: The Edge of Reason (2004), Flickan som lekte med elden (2009). Hij was twee keer getrouwd, eerste vrouw was Mary Bell Wood van 5 mei 1948 tot de scheiding in 1967, ze hadden samen 6 kinderen. En tweede vrouw was met Patricia Ferrier 10 mei 1968 tot zijn dood op 5 maart 1999. Hij werd genomineerd voor een 1987 Antoinette Perry (Tony) Award voor beste acteur in een toneelstuk voor “All My Sons” op Broadway in New York City. Kiley stierf aan een niet nader gespecificeerde beenmergziekte in het Horton Hospital in Middletown, New York, op 5 maart 1999, minder dan een maand voor zijn 77e verjaardag.
This post has been seen 166 times.