Jack Palance – in heaven

Jack Palance (18 februari 1919 – 10 november 2006) was een Amerikaans acteur. Jack Palance werd geboren als Volodymyr Palahniuk op 18 februari 1919 in Lattimer Mines, Pennsylvania, als zoon van Anna (Gramiak) en Ivan Palahniuk, een antraciet mijnwerker. Zijn ouders waren Oekraïense immigranten, als een van de zes kinderen werkte hij in zijn jeugd in kolenmijnen voordat hij eind jaren 1930 professioneel bokser werd. Boksend onder de naam Jack Brazzo stelde Palance naar verluidt een record samen van 0 overwinningen en 1 verlies. Palance kreeg een voetbalbeurs voor de Universiteit van North Carolina in Chapel Hill, maar vertrok na twee jaar, walgend van de commercialisering van de sport. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog eindigde Palance’s atletische carrière en begon zijn militaire carrière als lid van de United States Army Air Forces. Zijn gezicht zou misvormd zijn geraakt tijdens het redden van een brandende B-24 Liberator-bommenwerper tijdens een trainingsvlucht boven Zuid-Arizona (waar Palance een leerling-piloot was). Zijn kenmerkende jukbeenderen en diepliggende ogen zouden het resultaat zijn geweest van reconstructieve chirurgie. Palance maakte zijn schermdebuut in de film Panic in the Streets (1950). Palance werd pas in zijn derde film op de tweede plaats gezet, waarin hij tegenover Joan Crawford speelde in de thriller Sudden Fear (1952). Palance speelde een schurk in Second Chance (1953), Arrowhead (1953), Flight to Tangier (1953), Man in the Attic (1953), The Silver Chalice (1954), I Died a Thousand Times (1955), The Big Knife (1955), Attack (1956), The Lonely Man (1957), House of Numbers (1957). In 1957 won Palance een Emmy Award voor beste acteur voor zijn vertolking van Mountain McClintock in de Playhouse 90-productie van Rod Serling’s Requiem for a Heavyweight. Hij speelde een gangster in Once a Thief (1965) met Alain Delon. Hij verscheen in Cyborg 2 (1993), Cops & Robbersons (1994), City Slickers II: The Legend of Curly’s Gold (1994), Buffalo Girls (1995). Hij deed ook de stem van Rothbart in de animatiefilm The Swan Princess uit 1994. Palance’s laatste films waren Ebenezer (1998), Treasure Island (1999), Sarah Plain and Tall: Winter’s End (2000), Prancer Returns (2001). Palance woonde enkele jaren rond Tehachapi, Californië. Hij was getrouwd met zijn eerste vrouw, Virginia (Baker), van 1949 tot 1968. Ze kregen drie kinderen. Op nieuwjaarsdag 2003 werd Virginia in Los Angeles aangereden en gedood door een auto. In mei 1987 trouwde Palance met zijn tweede vrouw, Elaine Rogers. Palance overleed op 10 november 2006 in het huis van zijn dochter Holly in Montecito, Californië, op 87-jarige leeftijd. 



This post has been seen 129 times.

Deel dit item met je vrienden

WhatsApp
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print