Francisco Algora (7 december 1948 – 30 maart 2016 ) was een Spaanse acteur. Francisco Algora werd geboren als Francisco Javier Jimenez Algora op 7 december 1948 op het Astronomisch Observatorium van Madrid, waar zijn vader als portier werkte. Op dertienjarige leeftijd verliet hij de school en werd hij loopjongen bij een filmdistributeur, dankzij de roeping dat strips, van Juan Antonio Bardem, die hem wakker maakten. Hij voerde verschillende beroepen uit om zijn studie te betalen en de TEM binnen te gaan. Hij maakte zijn podiumdebuut met Carlos Lemos. In 1968 trad hij toe tot Los Goliardos en bij het Independent Experimental Theatre in het Little Theatre of TEI. In 1971 verscheen hij op de schermen met Miguel Picazo op TVE en José María Forqué op film. Hij ontving onder meer de CEC Award (Círculo de Escritores Cinematográfica) voor de beste mannelijke stellaire uitvoering in Tocata y fuga de Lolita (1974); el Popular de Pueblo (1974); Union of Actors Award (beste secundair); nominaties voor de Goya Awards; Sant Jordi Award 2004 (Beste Acteur 1998) voor zijn werk in Barrio; Pepe Isbert Award voor zijn bijdrage aan cinema (2002). In 1984 verliet hij het theater en in 1991 verhuisde hij naar Cádiz, waar hij zich vestigde in Vejer de la Frontera. In 2004 publiceerde hij het toneelstuk Me llamo Jonás, met een proloog van Fernando Fernán Gómez. In 2006 won hij met de korte Manolo Global SA de prestatieprijs op het Jerez Short Film Festival. In 2009 begon hij zijn samenwerking met het collectief “Atrapasueños”, in het project “Poesía Viva”. In juli 2009 publiceerde hij de dichtbundel: Romance de locos, coplas de ciego. Hij keerde terug naar de theaterwereld met Bruno BOEGLIN, voor de montage van Koltès voayage , die in november 2009 in Lyon in première ging. Hij stierf op 30 maart 2016 op 67-jarige leeftijd in het ziekenhuis van Puerto Real, in Cádiz, als gevolg van longkanker waartegen hij al meer dan een jaar vocht.