Derrick O’Connor (3 januari 1941 – 29 juni 2018) was een Ierse acteur. Derrick O’Connor werd geboren in Dublin, Ierland, en groeide op in Londen, Verenigd Koninkrijk. Hij woont momenteel met zijn gezin in San Francisco, CA. Hij is voormalig lid van de Royal Shakespeare Company en het Scottish National Theatre, met vele toonaangevende toneelvoorstellingen in Edinburgh, Stratford-on-Avon en West End in Londen. Zijn lange en succesvolle carrière omvat talloze hoofdrollen in de Amerikaanse, Britse en Australische film en televisie. O’Connor ondersteunt onafhankelijk filmmaken als een belangrijk platform voor opkomend talent, om een gezonde toekomst voor de filmindustrie te verzekeren. Projecten waaraan hij heeft gewerkt zijn Seascape (1994) en The First Vampire: Do not Fall for the Devil’s Illusions (2004). O’Connor is het meest recent gezien door het Amerikaanse publiek in de speelfilms Daredevil (2003), End of Days (1999), How to Make a American Quilt (1995) en Lethal Weapon 2 (1989). Zijn vele Amerikaanse tv-gastoptredens omvatten Alias (2001), Tracey Ullman’s Tracey Takes On … (1996) en Murder, She Wrote (1984). Britse film credits zijn Terry Gilliam’s Brazil (1985), Time Bandits (1981) en Jabberwocky (1977), John Boormans Hope and Glory (1987), Butley (1974) en Dealers (1989) van Harold Pinter. O’Connor, een voormalige acteur van Royal Shakespeare Company, speelde in en mede produceerde “The Dumb Waiter”, een toneelstuk van Harold Pinter, in Los Angeles in 2002. Hij woonde sinds 1990 in de Verenigde Staten, het meest recent in de Santa Ynez-vallei, ten noorden van Santa Barbara met zijn vrouw Mimi. O’Connor overleed op 29 juni 2018 van een longontsteking in Santa Barbara, Californië op 77-jarige leeftijd. O’Connor wordt overleefd door zijn vrouw Mimi en zoon Max.
This post has been seen 703 times.