Alan Curtis (24 juli 1909 – 2 februari 1953) was een Amerikaanse film acteur die verscheen in meer dan 50 films. Geboren als Harry Ueberroth of Harold Neberroth in Chicago, begon hij zijn carrière als model voordat hij een acteur werd, die te zien zijn in de lokale krantenadvertenties. Zijn uiterlijk bleef niet onopgemerkt in Hollywood. Hij begon te verschijnen in films in de late jaren 1930 (met inbegrip van een Technicolor verschijning in de Alice Faye-Don Ameche film Hollywood Cavalcade en een onvergetelijke rol in High Sierra (1941). Hij is waarschijnlijk het meest bekend als een van de romantische hoofdrollen in Abbott and Costello’s eerste hit film Buck Privates. Zijn kans voor het leidende-man sterrendom kwam toen hij verving de onwillige John Garfield in de 1943 productie Flesh and Fantasy. Curtis speelde een meedogenloze killer tegenover Gloria Jean. Echter, de studio snijden hun prestaties uit de laatste filmversie. De beelden werden later uitgebreid tot een B-beeld melodrama Destiny. De film mislukt tot Curtis vast te stellen als een groot-naam ster, maar het heeft getypeerd hem in hard gebeten rollen, zoals de man beschuldigd van moord in Phantom Lady (1944) en de detective Philo Vance. Curtis speelde in meer dan twee dozijn films en heeft een ster op de Hollywood Walk of Fame. Alan Curtis was vijf keer getrouwd, waaronder met actrices Priscilla Lawson (1941-1942), Gwen Herman, Sandra Lucas, Betty Dodero en Ilona Massey (1941-1942). Curtis had een routine nier operatie op 28 januari 1953, bij het Ziekenhuis Sint Clara’s in New York City. Enkele uren na de operatie, terwijl hij een slok nam van een kopje thee, hij ‘stierf’ gedurende vier minuten toen zijn hart faalde. Hij herleefde en leek te verbeteren, maar overleed vijf dagen later, op 2 februari 1953 op de leeftijd 43 jaar aan complicaties van de operatie. Hij is begraven in de Ueberroth familie perceel in Evanston, Illinois.
This post has been seen 877 times.